NIEUW! Lees ook de Geschiedenis van de Dapperbuurt!
Het Nationale Dagblad doet op 10 februari 1941 uitgebreid kond van de herovering van de aan de Zeeburgerdijk gelegen Veemarkt op de Joden. Het weinig opwekkende bericht wordt hieronder in zijn geheel overgenomen om de lezer een glimp te geven van de Nationaal Socialistische geest, die er toe leidde dat uiteindelijk meer dan 600 Joden uit de Indische Buurt in Midden Europa werden vermoord.
Nat. Socialistische overwinning in de hoofdstad
Het slachthuis is ons! De groote doorbraak van den boerengeest. Roskam klaagt Ir. Louwes aan.
Veertien schepen voor ons bestemd graan naar Engeland.
(Van een bijzonderen medewerker)
In de geschiedenis van Nederlands hoofdstad behoort Zaterdag de 8ste van Sprokkelmaand 1941 als een groote dag te worden aangeteekend. Want op dezen gedenkwaardigen dag heeft Boerenleider, kameraad Roskam, temidden van honderden werkers, die den nieuwen tijd verstaan, er “de groote doorbraak” als werkelijkheid vastgesteld, de groote doorbraak van den ouden volkschen boerengeest, die aanwassende tot een zondvloed, uit Amsterdam en uit heel ons goede volk zal wegspoelen al het vreemde vuil, dat eeuwen van wancultuur en toenemende verwording op en in het volkslichaam afzetten, zoodat het zichzelf nauwelijks nog herkennen kon.
Niet in een deftig aangekleede feestzaal, temidden van gerokte en gedaste burgers-in-goeden-doen, niet in de omgeving dus, waarin zich ten tijde van wijlen de democratie belangijk geheeten gebeurtenissen plachten af te spelen, bevonden we ons om getuigen te zijn van de eerste zwaar bevochten overwinning der nationaal-socialistische daadkracht in het Amsterdamsche werkersleven. Neen, daar, waar het werk zalf gedaan wordt en omgeven door de arbeiders in de arbeidskledij: in het hoofdstedelij slachthuis-in-vol-bedrijf beluisterden we den dreunenden stap van den nieuwen tijd in harde, eerlijke mannenwoorden, in geestdriftig gezongen liederen van strijd en zegepraal, in het rumoer van den arbeid zelf, die daar voor velen plotseling aan anderen zin heeft gekregen, omdat “Vreugde en Arbeid” den ouden vloek van den arbeid teniet gedaan heeft!
Wij hebben in ons blad een- en andermaal melding gemaakt van hetgeen het Nederlandsch Agrarisch Front, tezamen met het N.V.V. (Bond van arbeiders in Voedingsbedrijven) ondernam om te komen tot verbetering van de hoofdstedelijke vleeschvoorziening en het lot van de volksgenoten, die daarbij werkzaam waren. Zaterdag nu vond dit een en ander zijn voorloopige bekroning in “de verovering van het slachthuis” door en voor het nationaal-socialisme, al kan dit nog niet in héél het uitgebreide terreinen- en gebouwencomplex […] zijn zuiverenden invloed laten gelden.
Voor de poort en op de binnenplaats klonk al bijtijds des morgens de roep van de zwarte soldaten, die er met hun strijdbladen colporteerden. De slachters van het Gilde en hun helpers in kraakheldere witte uniformen begroetten met stralende gezichten vele al of niet in uniform of zwart hemd gekleede gasten. Vanuit een der ruime en lichte nieuwe hallen liet een orkest van “Vreugde en Arbeid” onze nieuwe nationale liederen hooren, en een en ander veroorzaakte een opgewekte drukte, schiep een ongekende sfeer. Vroeger was het in deze omgeving op Zaterdagen stiller dan anders. Toen beheerschte Juda de zoo belangrijke werkplaats der voedselvoorziening en Sjabbes was Sjabbes! Nu is het Zaterdag en het zal Zaterdag blijven, daar valt niet meer aan te twijfelen!
In de ruime vleeschhal, die de Gildeleden tot feestzaal hadden ingericht, hingen tientallen groene vlaggen met het gouden zonnerad, dat het zinteeken van het Agrarisch Front is, geflankeerd door het oranje-blanje-bleu en door stoere platen, waarmee het N.V.V. de eer van den arbeid verkondigt. Lange tafels stonden met bloemen getooid, gereed voor honderden dischgenooten die aanschooven zonder te letten op rang en stand: een heerbaanleider der W.A. naast een snorrebaard die het slachtmes hanteerd, streekgemachtigden van het N.A.F. in goede kameraadschap naast veedrijvers van de hallen: een stuk socialistische volksgemeenschap, nieuw en toch voor ons zoo volkomen vertrouwd. Zoo moet het en zoo zal het zijn, overal waar nieuw Nederland “de groote doorbraak” beleeft!
Nadat de propogandaleider van den Bond van arbeiders in de Voedselbedrijven in zijn welkomstwoord onder algemene toejuiching had vastgesteld, dat dit de dag zou zijn, waarop in het Amsterdamsche slachthuis de eenheid aller werkers werd gegrondvest en de sociale gerechtigheid haar inree deed, dank zij de goede samenwerking van Agrarisch Frond en N.V.V., sprak kam. G.A. de Hartogh, propagandaleider voor de stad Amsterdam voor het N.A.F. Gloedvol schetste hij den strijd der afgeloopen 9 jaren, een strijd, die werd gestreden, omdat wij wisten dat ons volk niet zóó ziek was als het leek. Als men ons dan minachtend wees op onze kameraden en in burgerlijke zatheid vroeg: wilt ge met dat zoodje een toekomst bouwen, dan was ons antwoord: ja, juist met dat zoodje, want dat is de arbeidersmassa, het edelste deel des volks. Zonder deze arbeider en deze boeren zou inderdaad dit volk geen toekomst hebben.
Spr. dankte den waarn. directeur van het slachthuis – het vreemde woord abattoir wordt heden afgeschaft! – dr. Feenstra en diens plaatsvervanger, dr. van Manen, voor hun medewerking en richtte zich tot den leider der vakgroep “Vaa en Vleesch” van het N.A.F., dr. J.J. Meijer, die reeds jaren strijd voerder voor noodzakelijke veranderingen bij de vleeschvoorziening. Dat burgemeester De Vlugt geen gehoor gas aan de uitnoodiging om aanwezig te zijn, verontschuldigde spr., wijl hij pas ziek geweest is, dat wethouder Van Meurs te drukke ambtsbezigheden had, bewees slechts, hoezeer hem de wezenlijke sociale belangen ter harte gaan, diep kam. Hartogh onder algemeen gelacht uit, waarna hij zich nog met eenige hartelijke woorden richtte tot de aanwezige Duitsche gasten, onder wie kam. Rodekro als vertegenwoordiger van den gevolmachtigde voor Noord-Holland, dr. Seidl.
Met de genoodigden werd een rondgang gemaakt door een deel van het slachthuis, terwijl twee koeien, getooid met zwart-roode linten, werden binnengeleid en geslacht, om te laten zien hoe dit met de nieuwste technische middelen geschiedt. We kyunnen daarover nu niet uitvoerig zijn, en volstaan met te zeggen, dat men geen beter beeld kan krijgen van de kracht van den nieuwen geest in den practijk des levens, dan door het verschil op te merken tusschen het slachten der witte mannen van het Gilde en dat, elders in hetzelfde gebouw, door “vieze kerels” in manchester en met bloedkorsten bedekte blauwe kielen die nog aan het oude vasthouden. Om van den Jodenhoek maar niet te spreken!
Eenmaal, zei kam. Hartogh, zal het heele slachthuis van ons zijn. Nu is Juda er nog omdat wij geen Joden zijn. Zij zouden, de macht hebbende, ons aan de boomen langs Amsterdam grachten ophangen, wij zullen iets van onze volksche arbeidskracht geven om hen eenmaal te brengen naar de plaats, welke hun zal worden toegewezen.
Een der met het Gilde samenwerkende grossiers, kam. Van Rijn, vertelde één en ander over de verbeterde slachtwijze en dan begaf men zich weer naar de feestzaal, waar dr. Van Manen mededeelingen deed over cursussen in bacterieleer en practische vakbelangen, welke vanwege de Slachthuisdirectie, in samenwerking met het Gilde gegeven zullen worden en waaruit blijkt, dat er ook den deze iets veranderd is. Vroeger werd de directie beschouwd als een politie-instelling, die de slagers op de vingers moest kijken; nu weet men, dat men arbeidskameraden is, in dienst der eene volksgemeenschap.
DE BOERENLEIDER OVER “DE GROOTE DOORBRAAK”
Hartelijk toegejuicht beklom dan boerenleider E.J. Rosman Hzn. het spreekgestoelte. In klare, kernachtige woorden sprak hij van de groote doorbraak in ons volksleven. En hetgeen hij op deze merkwaardige plaats aan het volk meedeelde over “voedseldictator Louwes” was de aanklacht voor het hoogste gerecht: het volksgeweten. Dat gerecht heeft zonder bdenken het vonnid uitgesproken: “Weg met hem!” Als schoten knalden de woorden door de wijde ruimte: het werkende volk, dat zich bewust werd, hoezeer zij, die nog in hoogheid zitten, het verraden hebben heeft geen bedenktijd noodig. Daar, in het Amsterdamsche slachthuis, is het oordeel geveld: wanneer het vonnis voltrokken zal worden en hoe, dat is een zaak van den tijd en van Louwes’ eigen verstand. Nu kan ook hij nog deelen in een zekere barmhartigheid; of dat ook straks nog kan, durven wij niet te garandeeren.
Van nu af, zoo zei Roskam, zal dit hoofdstedelijk slachthuis weer zijn het verlengstuk van de boerderij. Gij, Amsterdammers, hebt dat nooit zoo gevoeld. Er was scheiding gekomen tusschen stad en land, tusschen boer en stadsarbeider. Deze muur moet doorbroken worden. Maar er was meer en erger dan die muur. Zwaar als donderwolken ligt de ban om een vreemden geest over ons volk en dreigt het dood te drukken. De stad weet niet meer van het bruischen van de zee en kent het geluid van den donder van het land niet meer. Het licht en de vreugde van ‘n natuurlijk leven zijn weggenomen. Met intellectualistische kolder en economische kunstgrepen is geen volk te redden. Dat kan alleen de kracht van de volksche geest. Deze kracht en deze wil hebben in Amsterdam vandaag hun overwinning bevestigd: de muur wordt doorbroken.
Roskam schetste dan, hoe het Jodendom de Amsterdamsche groentemarkt veroverde door voorschotten aan boer en tuinder en credieten aan winkeliers en hoe het ook de vleeschvoorziening beheerschte. Voortbrenger en verkooper werden van elkaar gescheiden. Tusschen hen in zat de Jood en Juda veroverde beider geld. Zoo was tot voor kort het volk. Daartoe moest de boer werken voor de wereldmarkt en kreeg Engeland onze boter voor 40 ct. per kilo (Foei-geroep_. Deze wereld van Joodsche macht is nu evenwel door de kracht van Hitlers Germaansche zwaard in elkaar gedonderd. En toch zijn wij met de verraders van ons volk nog niet klaar en zijn zij niet weg.
DE MISDAAD VAN LOUWERS
Wij moesten in de eerste Meidagen door hetgeen er in ons land gebeurde, vreezen, dat de oorlogsstorm over ons land zou komen. Ik heb drie zonen: een hier in Amsterdam, een was soldaat in het Nederlandsche leger, de derde zal boer worden. Dien derden heb ik over den Oostgrens gezonden en gezegd: ploeg den Germaanschen grond en bewaar het bloed van ons geslacht. Toen kon ik rustig mijn noodlot afwachten, als ook ik op den 10den Mei werd weggesleurd. En nu de tegenstelling.
Op dien tienden Mei was ik in Den Haag en ook dir.-generaal Louwes. Op dien dag, waarop de oorlog uitbrak, waren er 14 schepen met graan onderweg van Amerika naar Nederland, om als voedsel voor ons volk te dienen. Wat deed nu Louwes? Niet anders dan heel den dag telefoneeren met Londen en Parijs, dat de 14 schepen, niet naar ons land mochten komen, maar in Frankrijk of Engeland moesten blijven. (Geroep: Hang ‘m op!). De Nederlandsche regeering wist, dat het pleit op Zondag 12 Mei al verloren was, de wapenstilstand werd alleen nog niet gesloten om zekere lieden in staat te stellen het land te verlaten. Dien Zondag heeft Louwes een specialen ambtenaar naar Londen gestuurd om dat graan in elk geval uit ons land te houden. Het is gelukt! Maar deze lieden, die dit op hun geweten hebben, zitten er nog en “besturen de voedselvoorziening”. Mannen en vrouwen, werkend volk, moet dat nog langer duren? (Geroep: geen dag meer! Weg met hem! Foei!).
Als de storm van verantwaardiging geluwd is, spreekt Roskam verder.
Hier is dus vandaag de groote doorbraak gekomen! Hoe kan dit? Doordat uw bloed boerenbloed is. Uw vaders en grootvaders kwamen van het land en hun grootvaders waren vrije Germaansche erfboeren. Hij schetst dan, hoe volksvreemde stelsels ons boerenstelsel deden verarmen, hoe de zonen naar Amerika en naar de steden moesten, waar het beste bloed verloren ging. Dat nu was de bedoeling der vreemde machten, die de volken willen onderweroen. Zij haten ons, omdat wij de waarheid zagen en wij haten deze Joden en hun satellieten, de Louwesen en hun kornuiten. En wij mogen hen haten terwille van dit volk, dat wij zoo materloos liefhebben. Hou zee!
Aldus de boerenleider in de voormalige burcht der voedselverdieners. Na deze “programrede” heeft dr. Meijer uiteengezet, hoe de toestanden in de hoofdstedelijke vleeschvoorziening veranderden door den nieuwen geest van kameraadschap en voerde voor het N.V.V. namens de commissaris kam. Woudenberg, Kam. J. de Haas, het woord, terwijl kam. Hartog in felle bewoordingen de toestanden onder ‘t beleid van de democratische anderen hekelde en daartegenover stelde hoe het kan zijn en zal zijn, nu de locomotief van het nationaal-socialisme onder stoom is en rijdt om niet weer stil te staan.
Tenslotte vereenigden de werkers en de genoodigden zich aan een genoegelijken broodmaaltijd. De tijd, waarin de heeren “dineerden” en de arbeiders op een hoek van de werkbank hun botenhammen kauwden in het Amsterdamsche slachthuis, is voorbij! Wij komen morgen nog even terug op de feitelijke veranderingen, welker doorvoering met zooveel recht door een nat.-soc. feest van den arbeid werd gevierd. De voornaamste beteekenis is wel deze, dat thans het Ned. Agrarisch Frond en het N.V.V. thans hun invloed kunnen aanwenden op de vleeschvoorziening der hoofdstad, wier bevolking tien procent van Nederland omvat.
Boerenleider Evert Roskam werd na de Tweede Wereldoorlog tot 3,5 jaar cel veroordeeld. In de jaren zestig werd hij weer actief in de politiek via de Boerenpartij. De uit IJmuiden afkomstige N.V.V.-er Hendrik Jan Woudenberg (foto onder) werd na de Tweede Wereldoorlog tot 20 jaar veroordeeld, maar in 1956 al vrijgelaten. Het is mij niet bekend wat voor naoorlogse straf bekend Amsterdams N.S.B.-propagandist na de oorlog werd toebedeeld, noch in hoeverre N.A.F.-propagandist G.A. den Hartogh bestraft werd. Stephanus Louwes overleefde alle aantijgingen van de N.S.B. en wist zich gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog als Directeur-Generaal van de voedselvoorziening te handhaven. Het Nederlandsch Agrarisch Front overleefde de Tweede Wereldoorlog niet. Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (N.V.V.) werd in 1942 omgezet in het naar Duits voorbeeld gevormde Nederlands Arbeidsfront. Na opheffing hiervan in 1945 en heroprichting van het N.V.V., fuseerde deze socialistische vakbond in 1977 met het Nederlandse Katholieke Vakverbond tot de huidige F.N.V.
ANDERE ARTIKELEN: 2018 Aanzet voor een geschiedenis van de Marokkaanse Indische Buurt 2016 Oproep Steun voor elkaar 2016 Teruggaan of blijven? 2016 Sociale bijdrage supermarket het Lange Mes 2016 Viering 1-jarig bestaan buurthuis Archipel op het Makassarplein 2016 Interview met Mustapha Khaddari 2016 Interview met Jan Beerenhout 2016 Interview met Ahmed Marcouch 2016 Interview met Ahmed El Mesri 2016 Ontroerend afscheid van Rob van Veelen 2016 Het verloren gaan van idealen 2016 Welkom bij de offerfeest maaltijden 2016 Luier van der Laan pleegde zelfmoord door ophanging 2016 Boeken in de Javastraat 2016 Offerfeest voor vluchtelingen en armen 2016 Nu inschrijven taalcursussen Assadaaka! 2016 Bekende Indische Buurters 2016 Uit de geschiedenis van het Ambonplein 2016 Sprokkelingen uit de geschiedenis van het Makassarplein 2011 Cameratoezicht 2009 Radicalisering 2004 Gevoelens van onveiligheid 2004 Belwinkels in de Javastraat 2001 in het ghetto ( ode aan de indische buurt) 2000 De wisselwoningen 1994 Reality-serie Bureau Balistraat 1997 Verslaafde schiet twee agenten neer 1996 Ulu Camii 1995 An Nasr Moskee 1993 De moord op Andre Hartman 1992 Nordholt doet grote hashvangst 1988 Medewerkers bezetten ontmoetingscentrum aan Javaplantsoen 1985 Buikschot 1982 Vijftien jaar cel voor B. uit de Bankastraat 1982 Horrorhuis aan de Kramatweg 1981 Anti-Fascisten tegen Amicales 1980 Enige kraakkranten 1979 Kraakgroep Indische Buurt 1979 De Buurtwinkel 1978 De pyromaan van de Soembawastraat 1978 Anarchistisch Nonnen Front 1977 Heroine 1977 Familiedrama leidt tot hamermoord 1976 Linkse actie 1975 Bordelen en sexadressen in de Indische Buurt 1974 Buikschot uit noodweer 1973 Experiment genezing 1973 Marokkaanse, Tunesische, Spaanse en Turkse buurtgenoten opgelet 1972 Het urinoir aan de Valentijnkade 1971 Leefbaarheidsproblemen van onze buurt 1970 BB - weg ermee! 1970 Auditie voor Hair in het Bavohuis 1969 Het grootste bejaardenhuis van Nederland 1967 Etage brandt uit in de Ternatestraat 1966 1966: 8 kleuterscholen, 19 lagere scholen en 10 scholen voor voortgezet onderwijs 1965 Outsiders in de Archipel 1964 Boer Koekoek in de Indische Buurt 1964 Doopsgezind Jeugdhonk in de Tweede Atjehstraat 1964 Moord in de Perlakstraat 1961 C.P.N. demonstreert tegen atoombewapening 1960 Ernstig tramongeval 1960 Ontploffing op het Ceramplein 1959 Met getrokken pistool op de Valentijnkade 1958 Boenen ter ere Gods 1958 EVC-man afgetuigd in telefooncel 1957 Een verhoord gebed in de Gorontalostraat 1955 Jaap Brandenburg spreekt in de Archipel 1954 Europese Defensie gemeenschap = fascisme 1952 Hand verloren aan de Riouwstraat 1951 Militaire oefeningen in de Indische Buurt 1950 Overtreding van het hamsterverbod 1950 Jopie en Louis Agterberg en Frantiszek Janiga 1949 Wielerronde Indische Buurt 1949 Dienstweigering aan de Gorontalostraat 1948 Koningin Juliana bezoekt de Indische Buurt 1948 Waarheidswinkel 1946 Herbegraving Jelle Posthuma 1945 Meester Padding 1945 Ontspanningsvereniging Flevo 1945 Schietpartij op de Dam 1945 Katja, beul van Vught 1944 Hongerwinter 1943 N.S.B.-ers 1943 Bommen op de Eltheto! 1942 Max Blokzijl spreekt 1942 Jeugdstorm marcheert! 1942 Zum Stehlen ausgeschickt 1941 Moord in de Javastraat 1941 Februaristaking in de Indische Buurt 1941 De Veemarkt veroverd op de Joden! 1941 W.A. actief in de Javastraat 1941 De vermoording van de Joodse Indische Buurt 1941 Ds. Tonnon 1941 De verwijdering van Joodse leerlingen van de Ambachtschool aan het Timorplein 1940 Bommen op de buurt 1940 Zwartepoorte kampioen... 1940 Inzameling voor gebombardeerd Rotterdam 1940 Oorlog in de Indische Buurt 1939 Shell Sportpark 1939 Pontificale hoogmis 1938 Het oude Zeeburg verdwijnt 1937 Jeugddag Indische Buurt 1937 Tuchteloze jeugd 1937 Razzia in de Padangstraat 1936 RK vroedvrouwen 1936 Revolutiebouw 1935 Fietsplaatjes 1935 Een tweede wijkpredikant voor de Elthetokerk 1935 De Rimboe wordt Huize Ambon 1935 Don Bosco-huis 1934 Het mastenbos aan de Insulindeweg 1934 Amsterdamsch Genootschap voor Werkverschaffing voor Onvolwaardigen 1934 Weigering Wilhelmus te zingen 1933 Het Thälmann-huis 1933 Pastoor van der Wiel 1933 Drie Duitsers 1933 Gered uit de greep van Hitler 1933 Clubgebouw Archipel 1933 Centraal Comité tegen de Radiowoeker versus Radiocentrale Broertjes 1932 Liefdesdrama in de Minahassastraat 1932 Liefdestwist? 1932 Werkloozen Strijd Comité Obistraat 1932 Agitprop vanuit de Minahassastraat 1932 Brief van een Roomsch kameraadje 1932 Samuel Verdoner, de laatste gazzen van de Indische Buurt 1931 Hersteld Luthers aan de Toministraat 1931 Rotte vis 1931 Iepen 1931 Eigenaar steenloods velt steenzetter met hamer 1931 Verkiezingsstrijd tussen C.H.U. en A.R.P. 1931 Brand in de Javastraat 1931 Optreden van Corry Vonk in het Bavohuis 1931 Het massaal spreekkoor 1930 De Nederlandse vlag misbruikt 1930 Het jonge Pieter Jellen-werk 1930 Pater Bijlhout gaat naar de Oost 1930 Joyriding 1930 Politietoezicht 1930 Gereformeerd 1930 De markt in de Javastraat 1930 Een bibliotheek voor de Indische Buurt 1930 Onhoudbare toestand bij tunnel Zeeburgerdijk 1929 Lourdes 1929 Vrijgekocht door missievriendjes 1929 Aanhouding diamantbewerker in Ombilinstraat 1929 Moord in de Gerardus Majella 1929 Venters zien geen uitweg 1929 Consultatiebureau aan de Baweanstraat 1928 Niasplein wordt Makassarplein 1928 Esperantovereniging Tagigas en l'Oriento 1928 Rechouwous-jeugd op stap 1928 Gebouw de Schakel 1928 Blind 1927 Buurtvereniging Ceram 1927 Verzuiling in het jeugdwerk 1927 Onmin in de Boetonstraat 1927 Bakkers 1927 De voorlopers van de A.H. Gerhardschool 1927 Rechercheur Kok: de eerste drugsdode in de Indische Buurt 1926 Afsluiting van de Diemerdijk 1926 Schutting 1926 Opening R.K. meisjesschool Ambonplein 1926 Het lokaal van het Leger des Heils 1926 Een wandeling door de nieuwe 'Archipelwijk' 1925 Het Zeeburgerdorp 1925 Demping van de Polderwetering 1925 Wijding 1925 Rechouwous, de Joodsche Vereeniging voor de Indische Buurt 1925 Geen man, geen cent voor het leger 1925 De rode vlag vanuit Niasstraat 61 1925 Groepsgebouw de Toorts 1925 Jan Ceton, onderwijzer aan de Bankastraat, communist 1924 Elthetokerk, bouw en opening 1924 Nieuwe straten 1924 De aanleg van de Riouwstraat 1924 Winkelweek Indische Buurt 1924 De oprichting van de Eerste Elthetoschool aan de Riouwstraat 1922 Premiewoningen voor arbeiders 1921 Een jongen, die een meisje bleek 1921 De storm 1921 Het Java-Kwartier 1921 Christelijke propaganda 1920 Een gouden swastika voor mevrouw Vrij 1920 Kinderspel in de jaren tien en twintig 1919 Moord in de Djambistraat 1918 Brand bij café Koopmans 1918 De aanleg van het Zuiderzeepark 1917 Broodoproer en revolutie 1917 Militairen maken de buurt onveilig 1917 Abortus aan de Zeeburgerdijk 1916 Zeeburgerkermis 1916 Onteigening bouwgronden 1915 Slaat den smeris dood 1914 Mene Tekel 1914 De Wild-West-Show van Texas-Tex 1914 Het noodziekenhuis aan de Zeeburgerdijk 1913 Nieuwe tramplannen 1913 Het Bavohuis 1912 Wijkgebouw Eltheto: de eerste jaren 1911 De Berlageblokken 1911 Eigen Haard bouwt Lombokstraat, Lampongstraat en Padangstraat 1911 Vereeniging voor onderwijs op Gereformeerde Grondslag 1911 Nieuw stratenplan 1911 De blindeninrichting aan de Celebesstraat 1909 De communistische Indische Buurt 1908 Jacob Pierik verdrinkt 1908 De bouwmaatschappij tot verkrijging van eigen woningen 1907 Smit springt uit het raam 1906 Stadstrand 1906 De Sabbathpaal op de Zeeburgerdijk 1905 Balistraat 48 1905 Fietsverbod 1905 Smokkelroute Zeeburgerdijk 1905 Uitslag eerste verkiezingen Indische Buurt 1905 Zweminrichting aan het Nieuwe Diep 1905 Theosofische Uitgeverszaak "Gnosis" 1903 Nieuw Muiderpoortstation 1903 Kinderlokker 1903 Moord in de Celebesstraat 1903 Derde Ambachtschool aan het Timorplein 1903 Politie in de Indische Buurt 1903 Dagpauwoog 1902 Een tramritje 1902 Arabieren 1902 Doorgang Eerste van Swindenstraat-Javastraat 1902 Relletjes in de Javastraat 1902 Illegaal caféwezen 1901 Een wandeling met Jac. P. Thijsse 1901 De wielerbaan 1900 Bierdrinkende jeugd 1900 Een nieuwe school aan de Bankastraat 1899 Snorrende kogel 1897 Floretstoot door het hoofd 1897 Bouw van de Indische Buurt 1895 De lijnbaan 1894 Halte Zeeburgerdijk 1893 Vereeniging buiten de Muiderpoort 1891 Vingertop 1890 Civiele werken rond de Zeeburgerdijk 1889 De tramomnibus 1889 Zeearend aan de Zeeburgerdijk 1887 Hotel Zeeburg 1886 Het tweede abbatoir 1886 Ergerlijk dronkemanstoneel 1882 Een dierenvriend 1881 De eerste scholen aan de Zeeburgerdijk 1881 Onzedelijke taferelen 1881 Een drankzuchtig hoekje 1880 Ringslangen 1880 Onderweg Zeeburgerdijk bestraat 1877 Een wandeling 1877 Spoorwegongeluk aan de Zeeburgerdijk 1877 Verplaatsing van de Veemarkt 1876 Gemeente Nieuwer-Amstel, Gemeente Diemen, Gemeente Amsterdam 1862 De Zeeburgerdijk als vuilnisbelt 1854 Driedubbele moord aan de Ringdijk 1844 Revolutionair aan de Oetewaelerweg 1804 Harddraverij 1761 De proef van de cole ANTIPIRIQUE 1756 Runderpest in Zeeburg 1744 Buitenplaats te huur aan de Hogendyk 1739 Een vondeling aan de Hogedijk 1733 Paalworm 1733 Oude Geele Vliegende Haerige Windhond 1714 Opening Joodse begraafplaats 1681 Verslibbing 1663 Herberg Zeeburg 1651 De Zeeburgerdijk breekt door 1647 Herberg 't Vosje 1631 Watermolen en gemaal 1563 Mijlpaal 1328 Outersdorp 1307 Zeeburgerdijk was Sint Anthonisdijk